Doodszoorzaken

Deze handleiding legt uit hoe per periode een overlijdensoorzaak gevonden kan worden. De wijze van registreren veranderde in de loop der tijd.

Let op: In deze archieven staan alleen personen die in Amsterdam zijn overleden. Personen die in Amsterdam zijn ingeschreven, maar in een andere gemeente zijn overleden, staan hier niet in. De persoon moet in Amsterdam zijn overleden dus niet elders overleden en in Amsterdam ingeschreven of overleden in een geannexeerde of buurgemeente.

In principe staat iedere persoon in deze archieven vermeld die is overleden in de periodes 1776-1811, 1854-1940 en 1940-1949. Er ontbreekt wel eens een inschrijving en er zijn enkele hiaten. Houd er rekening mee dat de bronnen niet volledig zijn, over sommige perioden zijn er geen gegevens te achterhalen.

Uitgangspunt is vóór 1812 een inschrijving in de index DTB Begraven Indexen of vanaf 1812 een overlijdensakte in de Burgerlijke Stand.

Behalve deze drie structurele bronnen zijn er nog bronnen waarin doodsoorzaken zijn te vinden van specifieke groepen overledenen in bepaalde (korte) perioden. Deze vind je hieronder beschreven.

Stappenplan

Hieronder staat per periode beschreven welke bronnen je kunt gebruiken om een doodsoorzaak te achterhalen.

Periode 1776-1811

In 1699 werd een belasting, het middel, op begraven ingevoerd. Bij de belastinginkomsten werd vanaf 1776 de oorzaak van overlijden genoteerd.

Je vindt de registers van de declaratie op het middel van begraven in archief 5005. De registratie start al in 1699, maar pas vanaf 1776 wordt de overlijdensoorzaak genoteerd.

  1. Zoek binnen de bestanddelen van de declaratie op het middel van begraven naar de periode waarin de persoon overleden is

  2. Blader door de scans van de opeenvolgende belastingklassen, 1 t/m 4 en de onvermogenden

Afhankelijk van de periode staan alle klassen en de onvermogenden in hetzelfde boek genoteerd, of over verschillende boeken. Dit kun je herkennen aan de beschrijving van de boeken.

Vanaf 1806 is de ordening van de registratie in de boeken aangepast naar chronologische volgorde. Je vindt nu de doodsoorzaken geordend op datum van overlijden.

Een bijzonderheid vormen de Joodse overledenen. Deze worden voor de periode 1806-1811 apart genoteerd. Je vindt deze inschrijvingen achter in de boeken voor het jaar 1806, en voor 1807 t/m 1811 in de inventarisnummers 284 en 285.

Periode 1854-1894 Archief van het Bureau voor Statistiek

In het archief van het Bureau voor Statistiek vind je de geanonimiseerde inschrijvingen van overledenen met vermelding van leeftijd, soms adres en de doodsoorzaak (meestal in het Latijn). Er zijn enkele hiaten.

De inschrijvingen worden in 1854-1891 geordend op wijk A-ZZ en vanaf 1894 op aktenummer van de overlijdensakte. Om de juiste persoon te vinden heb je, afhankelijk van de periode, de wijk of het aktenummer nodig.

Zoeken op wijk: Een adres bestond in de tweede helft van de 19e eeuw uit een of twee wijkletters, A t/m ZZ, in combinatie met het huisnummer.

Van 1854-1874 staat de wijk vermeld in de overlijdensakte. Voor de periode 1875-1891 moet de wijkletter worden opgezocht en dat kan online. Zoek op deze kaart de straat op en noteer het wijknummer.

Ga naar de Registers waarin aantekening wordt gehouden van overledenen die bij de Burgerlijke Stand zijn ingeschreven, ingedeeld naar buurtletter:

  1. Zoek het register van de periode waarin de persoon is overleden. Blader naar de letter van de buurt , maak daarvoor gebruik van de tabbladen met de buurtletters A t/m ZZ)

  2. Blader naar de maand van overlijden, vervolgens de dag van overlijden en tot slot het adres (indien bekend) en/of de leeftijd (indien bekend)

  3. Achter de inschrijving staat in de kolom […] de oorzaak geschreven (meestal in het Latijn)

Vanaf het jaar 1894 werd niet meer per buurtletter geregistreerd maar per nummer van de overlijdensakte:

  1. Noteer het aktenummer van de overlijdensakte. Heb je dat nog niet? Bekijk dan onze uitleg ‘Hoe vind ik een akte in de Burgerlijke Stand?’

  2. Met het gevonden aktenummer kun je op dezelfde manier als hierboven staat beschreven, de inschrijving vinden in de boeken vanaf 1894

Van de jaren die ontbreken (onder andere 1855, 1892, 1893, 1918, 1931 t/m 1937) is soms in het Noord-Hollands Archief in Haarlem een kopie beschikbaar.

Periode 1940 – 1949

Ook voor de periode 1940-1949 werd er geregistreerd op nummer van de overlijdensakte, maar de registers van deze periode zijn onderdeel van een ander archief: het Archief van de Afdeling Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister en Verkiezingen

  1. Noteer het aktenummer van de overlijdensakte. Heb je dat nog niet? Bekijk dan onze uitleg ‘Hoe vind ik een akte in de Burgerlijke Stand?’

  2. Ga naar de Verklaringen van overlijden

  3. Zoek het juiste jaar waarin de persoon is overleden en open vervolgens het relevante register

  4. Het register bevat de formulieren Opgave wegens overlijden, het aktenummer staat linksboven

  5. Achter de Opgave wegens overlijden zit een kleiner formuliertje, de Verklaring van Overlijden. Hierop staat de doodsoorzaak genoteerd

Geannexeerde gemeenten

Naast de doodsoorzaken van de inwoners van Amsterdam hebben we ook de doodsoorzaken van enkele geannexeerde gemeenten, voor specifieke perioden. Andere perioden dan hier genoemd staan hebben we niet.

  • Nieuwer-Amstel

    • Periode 1920-1939 is te vinden in archief 5502 Archief van de gemeente Nieuwer-Amstel, inventarisnummer 4102 t/m 4108. Op de briefjes met doodsoorzaken staat het aktenummer van de overlijdensakte gegeven. De verklaringen van overlijden zijn per periode gebundeld, maar liggen niet per se op chronologische volgorde

    • Periode 1942-1945 is te vinden in archief 30355 Archief van de gemeente Amstelveen; Secretarie, inventarisnummer 6336 t/m 6339. Op de briefjes met doodsoorzaken staat het aktenummer van de overlijdensakte gegeven. De verklaringen van overlijden zijn per periode gebundeld, maar liggen niet per se op chronologische volgorde

  • Weesp

Bronnen voor specifieke groepen

Voor bepaalde groepen is er, soms voor een korte periode, aparte registratie bijgehouden over de doodsoorzaken. Hieronder vind je een (niet-uitputtend) overzicht.

  • Portugees-joodse gemeente 1773-1783

Opgave van overledenen (toegangsnummer 334, inventarisnummer 424), vaak met de doodsoorzaak, niet altijd op chronologische volgorde. De registratie is vaak anoniem maar wel met details (een oude vrouw, een jonkman etc). Zoek eerst in de begraafregisters de begraafdatum op (toegangsnummer 5001, inventarisnummer 1143).

  • Overledenen in het Spin- en Werkhuis 1738-1812

Een werkinrichting voor vooral bedelaars, met eigen kerkhof. Deze overledenen vind je bijna nooit in de begraafregisters omdat ze niet door hun familie werden begraven op een reguliere begraafplaats. Er is een online index beschikbaar (selecteer bij de Indexen de bron Overledenen Gast-, Pest-, Werk- en Spinhuis).

  • Registers van overledenen in de Gemeenteziekenhuizen, met namenindex

In de index Patiëntenregisters kan je opzoeken of iemand was opgenomen in het Buitengasthuis (periode 1818-1899) of in het Binnengasthuis (periode 1850-1899). Alleen in die van het Binnengasthuis vind je vanaf 1886 de ziekte vermeld en eventueel de doodsoorzaak. In het archief van de Gemeenteziekenhuizen (toegangsnummer 5268) kun je van veel meer personen de doodsoorzaak vinden. Voor het Buitengasthuis in de periode 1804-1921 is dat in de gedigitaliseerde inventarisnummers 1710-1846. Voor het Binnengasthuis over de periode 1823-1917 is dat in de gedigitaliseerde inventarisnummers 1903-1921 .

In de gedigitaliseerde inventarisnummers 1847-1850, 1901, 1902 en 1942 vind je over de periode 1813-1869 de door het Binnengasthuis opgehaalde lijken met doodsoorzaak.

Over de periode 1777-1811 zijn ook ‘Registers van haaldooden’ bewaard gebleven met soms vermelding van de doodsoorzaak (toegang 5001, gedigitaliseerde inventarisnummers 1271-1273).

  • Overleden door cholera 1832-1866

    • In toegang 27 (Collegium Medicum), inventarisnummers 194, 197, 199-201 de jaren 1832-1833 en 1854

    • In toegang 481 (Choleracommissie 1848), de inventarisnummers 1-5, de jaren 1848-1849

    • In toegang 480 (Bedelingsregisters), inventarisnummers 4-9, de jaren 1849-1850

    • In toegang 5268 (Gemeenteziekenhuizen) inventarisnummers 2121-2125, de jaren 1847, 1853, 1859 en 1866.

Bijzonderheden

  • Op internet zijn lijsten te vinden van vertalingen van de Latijnse woorden die gebruikt werden voor de registratie van allerlei doodsoorzaken, zie bijvoorbeeld dit overzicht van doodsoorzaken van het Brabants Historisch Informatiecentrum.

  • In de vondelingenregisters van vóór 1738 is soms de doodsoorzaak van een ouder te vinden.

  • Voor de periode 1693 tot 1766 is er een namenlijst van ter dood veroordeelden, oftewel doodsoorzaak executie.

  • Voor de periode 1940-1949 en 180201805 wordt ook de begraafplaats vermeld.